“In de tweede lezing van Pinksteren gebruikt Paulus een hele mooie beeldspraak,” vertelt diaken Titus Frankemölle in deze video.
In deze video vertelt Abt Mathijsen osb over het boek van de ‘oudvaders’, het boek van de ‘apoftegmata’ van de ‘woestijnvaders’: “De eerste spreuk daarvan is dat Antonius de Grote op een dag in zijn kluis, in zijn hutje zit en overvallen wordt door een gevoel van grote moedeloosheid.”
“Antonius vraagt zich af: ik zit hier te proberen monnik te zijn, maar wat doe ik eigenlijk en zou ik niet naar de stad gaan en gaan leven zoals andere mensen?” Maar dan ziet hij buiten een gestalte die hem iets te zeggen heeft.
Antonius de Grote, monnik in Egypte, geldt als de vader van alle latere monniken. Aan Antonius danken we het stramien van het monastieke leven: ora et labora, bid en werk. Op 17 januari viert de Kerk zijn naamdag.