“Mijn man kreeg een herseninfarct en daarna kon hij niet meer werken. Hij was 55 toen hij thuiskwam.”
“Het is een beetje een paradox,” vertelt broeder Malachias. Want hoewel de monniken zelf al eeuwenlang vegetariër zijn, houden ze wel varkens voor de slacht. Broeder Malachias is abt van Abdij Lilbosch, een cisterciënzer abdij van de trappisten in het Limburgse Echt. “In de middeleeuwen was het vlees voor de rijken. Vlees eten was de weg van de rijken, terwijl monniken de weg van de armen wilden gaan. De monniken wilden dus niet dat rijke-mensen-voedsel eten, maar juist het eten van de armen delen. Dat betekende: geen vlees.”
Dat de monniken wel varkens houden, daar zitten ook zwarte kanten aan, zegt de abt. “Je hebt toch een bedrijfstak die rendeert bij de gratie van het slachten van dieren. De eeuwen door is de Kerk overigens nooit tegen slachten geweest. Wel tegen wild slachten, of dom en uitbuitend slachten. Maar dat het één aan het ander leven geeft, is ook een grondwet in de schepping.”
De abt benadrukt dat de inkomsten van de monniken integraal moeten samenhangen met hun levenswijze. Het streven is dus niet naar puur financieel gewin en de monniken willen de dieren zoveel mogelijk zichzelf laten zijn. “Juist een gelovige weet dat hij niet eigenaar is van de natuur, van de schepping. We zijn niet de bezitter. We ontvangen de schepping om deze te mogen beheren als een beeld van God.”
Deze video is opgenomen vanwege vijf jaar Laudato si’, de ‘milieu-encycliek’ van paus Franciscus.