Nadat Bob in de eerste aflevering van deze serie besloot om heilig te worden, liep hij vrij snel vast in een prestatiedrang die hem niet verder bracht. “Leidend was niet de liefde voor God en de medemens,” zegt hij, “maar mijn eigen trots en prestatiedrang. Ik had niet het juiste doel voor ogen. Ik moet heilig willen zijn, omdat een heilige bij God in de hemel is.”
Nadat Bob besloot om heilig te worden, liep hij vrij snel vast. “Ik had niet het juiste doel voor ogen. Ik moet heilig willen zijn, omdat een heilige bij God in de hemel is.” In deze aflevering gaat hij daarom in gesprek met kardinaal Eijk over het hiernamaals.
Daarom gaat Bob in deze aflevering opnieuw op onderzoek uit. Hij spreekt met kardinaal Eijk over het hiernamaals. “Je moet met een gezonde ambitie in het leven staan en proberen als christen het beste te geven wat je hebt,” zegt deze. “Maar het belangrijkste is dat je het oog gericht houdt op die eeuwigheid waarvoor je bestaat. Als je daar bewust mee mag leven, is dat een grote genadegave. En het geeft je de kracht om moeilijkheden te overwinnen.”
De kardinaal vertelt over de hemel: “Het verlangen naar God is natuurlijk het verlangen naar de hemel. De hemel is een ander woord voor God. De hemel is niet een plaats, maar is een ‘staat’, een staat waarin de ziel verkeert.” Datzelfde geldt voor de hel. “Het idee van de hel schrikt veel mensen af. Mensen praten er niet graag over. De hel bestaat, want de mens is een vrij wezen en kan kiezen voor verwijdering van God.”
Het is belangrijk daarover te spreken, benadrukt kardinaal Eijk.
“Als we sterven, gaat de ziel naar God en vindt het oordeel plaats over jouw persoonlijk leven,” vertelt hij. “Je staat als het ware tegenover God. Je kijkt in Gods liefdevolle ogen. En dan is het maar de vraag of je dat vol kunt houden. Dat is een keuze die je zelf maakt. Maar het is ook de vrucht van je leven, van wat je daarin hebt opgebouwd.”
Beluister de podcast.
