Op vrijdag 2 maart bracht paus Franciscus een bezoek aan een huis in Rome, waar vrouwen wonen die een straf uitzitten.
In december blikken we terug op het jaar van paus Franciscus. Wat deed hij? Welke reizen maakte hij? En waar vroeg de paus aandacht voor? We hebben het per kwartaal voor je op een rijtje gezet. Dit is aflevering twee: april tot en met juni.
In het Vaticaan hielden Zuid-Soedanese politici vredesbesprekingen in de vorm van een ‘spirituele retraite’. De bijeenkomst op 11 april was een initiatief van de Anglicaanse aartsbisschop Justin Welby. Aan het eind ervan sprak paus Franciscus de deelnemers toe. Daarbij ging hij tot ieders verrassing door de knieën om de geschoeide voeten van de Zuid-Soedanese leiders te kussen. Zo zette hij zijn oproep om nooit meer oorlog te voeren kracht bij: “Als jullie broeder vraag ik jullie om de vrede te bewaren. Ik vraag jullie dit vanuit mijn hart.” Zuid-Soedan werd in 2011 onafhankelijk van Soedan, twee jaar later brak er een burgeroorlog uit.
Paus Franciscus sprak aan het eind van het ‘urbi et orbi’ met Pasen (zondag 21 april) zijn dank uit voor de bloemen in de Sint-Pieter en de bloemen voor de kerk. “Op dit plein wordt de vreugde van de Verrijzenis gesymboliseerd door de bloemen, die ook dit jaar uit Nederland komen, terwijl die in de Sint-Pietersbasiliek uit Slovenië afkomstig zijn. Bijzonder veel dank aan de schenkers van deze schitterende bloemenhulde.”
Paus Franciscus bezocht van 5 tot 7 mei Bulgarije en Noord-Macedonië. Hij bezocht onder anderen de Bulgaars-Orthodoxe patriarch Neofit van Sofia. Ook ging hij naar een opvangcentrum voor vluchtelingen. Tevens reisde hij naar het stadje Rakovski, dat een overwegend rooms-katholieke bevolking heeft. Op 7 mei arriveerde paus Franciscus in Noord-Macedonië, waar hij de hoofdstad Skopje bezocht. In Skopje werd in 1910 de heilige Teresa van Calcutta geboren. Na ontmoetingen met de regering en diverse religieuze leiders vierde de paus de mis op een plein.
Paus Franciscus bracht van 31 mei tot 2 juni een bezoek aan Roemenië. In Boekarest ontmoette de paus de president van Roemenië en katholieke en orthodoxe kerkleiders. Op 1 juni vierde de paus samen met zo’n honderdduizend gelovigen de eucharistie in het Mariaheiligdom van Şumuleu Ciuc in de streek Transsylvanië. Op de slotdag verklaarde paus Franciscus in een mis zeven Grieks-katholieke bisschoppen zalig. Zij stierven de marteldood tijdens het communistische bewind tussen 1950 en 1970.
Zo’n 250 jongeren uit honderd landen die deelnamen aan het elfde internationale jeugdforum hadden op 22 juni een ontmoeting met paus Franciscus. Dit forum volgde op de bisschoppensynode over jongeren (oktober 2018) en de publicatie van de apostolische exhortatie ‘Christus vivit’. De paus benadrukte onder meer het belang van gemeenschap. Ook zei hij dat in een wereld met steeds meer verdeeldheid, die leidt tot oorlog en vijandschap, “jongeren een boodschap van eenheid moeten zijn.”
Zesduizend leden van de wereldwijde Gebedsnetwerk van de paus kwamen op 28 juni samen in de Paulus VI hal in het Vaticaan. Aanleiding was het 175-jarig bestaan van dit gebedsnetwerk, dat bidt op basis van de intenties die de paus elke maand aanreikt. De paus luisterde naar getuigenissen en sprak de mensen toe. Daarbij onderstreepte hij onder meer het belang om kinderen te leren bidden: “Het doet me pijn als ik kinderen zie die niet weten hoe ze het kruisteken moeten maken.”